Er wordt in de reclamewereld graag gekeken naar hoe goed een reclame is. Een brok humor, mooie beelden, die éne pakkende catchphrase … Maar uit wetenschappelijk onderzoek dat Ster onlangs liet uitvoeren, blijkt dat vooral de omstandigheden waaronder een reclame wordt uitgezonden van invloed zijn op de effectiviteit ervan.
Onderzoeksbureau Neurensics maakte er serieus werk van. Mensen werden blootgesteld aan televisie-programma’s en bijbehorende reclames terwijl ze in een MRI-scanner lagen. Zo kon aan de hand van hersenactiviteit worden gemeten hoe er gereageerd werd op de beelden die langskwamen.
Een reclame werd als kwalitatief aangemerkt wanneer deze positieve emoties in het brein opriep, zoals lust, verlangen, waarde en vertrouwen. Tegelijkertijd was het goed als reclames laag scoorden op negatieve emoties zoals angst, boosheid en gevaar.
Kwaliteit en timing
En wat bleek? Dezelfde reclames scoorden beter wanneer ze rondom programma’s werden getoond die door het publiek zelf als kwalitatief waren aangemerkt. Tegelijkertijd bleek dat reclames meer effect hadden wanneer ze niet programma-onderbrekend waren, maar juist tussen twee programma’s in werden uitgezonden.
Een interessante les voor reclame-inkopers die op zoek zijn naar het juiste reclameblok, maar wat zijn nu de kwaliteitsprogramma’s? Bij de publieke omroep ging het afgelopen seizoen om een bonte verzameling. DWDD University, Wie is de Mol? en Over mijn Lijk behoorden allemaal tot het selecte gezelschap van programma’s die met een 8,3 of hoger werden gewaard.
En dat is positief nieuws voor adverteerders, want dit zijn zeer uiteenlopende programma’s, en dus is er bij iedere doelgroep wel een geschikt reclameblok te vinden. Alleen liefst niet tijdens het programma, want daar zit de kijker blijkbaar toch een stuk minder op te wachten.
Meer weten over dit onderzoek? Bekijk dan hier de volledige onderzoeksresultaten.
Geef een reactie