Hartje Utrecht, de donderdag voor kerstavond. Een zwermende massa mensen beweegt zich voort door Hoog Catherijne en over een half witte Oude Gracht om de laatste kerstinkopen te doen. Als je nog op tijd bent, want de helft van het assortiment lijkt uitverkocht. Indoctrinerende kerstmuziekjes klinken je in de oren in de grote warenhuizen en het lijkt alsof deze muziek de kopende massa nog heviger aanjaagt om meer te kopenkopenkopen. Hyperactieve kinderen die hun ouders proberen te overtuigen de nieuwste video games te kopen, overijverige verkopers in de Media Markt die nog even proberen hun kerstbonus op te krikken.
Dan maar even naar de HEMA, schijnbaar een oase van rust vergeleken met de rest van de winkels. De HEMA moet het duidelijk meer van sinterklaas hebben, want toen leek de HEMA net een Bijenkorf (woordgrapje, red.). Ik heb dan ook snel mijn aankoop gevonden en tot mijn verbazing zijn alle drie de kassa`s vrij. De dichtstbijzijnde kassiere is druk aan het babbelen met een jongere collega en kijkt niet op of aan als ik de artikelen op de toonbank leg. Ik leg de artikelen neer, het gezicht van de kassiere blijft naar rechts gericht, naar haar collega. Ze pakt de artikelen op om te scannen, haar hoofd nog steeds naar rechts gericht, druk babbelend. Ze scant de artikelen, nog steeds praat ze verder en is haar gezicht gericht op haar collega. Ik kijk de kassiere aan en begin een beetje flauw te glimlachen. De kassiere links van haar die ook nog steeds niets te doen heeft ziet mijn blik en glimlacht. Mijn kassiere glimlacht niet, maar kijkt wel naar rechts en babbelt vrolijk verder. Mijn kassiere stopt de artikelen in een tasje, met haar blik gericht op haar collega en schuift het tasje ongeveer een meter van mij af richting haar collega. Mijn glimlach begint te lijken op die van een boer met kiespijn. Ik leg een 20 euro biljet neer, de kassiere pakt het en even verschuift ze haar blik richting geldlade om het wisselgeld uit te tellen. Ze houdt het wisselgeld in haar hand voor zich uit, terwijl haar woordenwaterval richting haar collega door blijft gaan. Nog steeds kijkt ze me niet aan, haar blik is de rechterkant op gericht. Even overweeg ik er wat van te zeggen, maar ik laat het er maar bij. Nog even staar ik naar het gezicht van de kassiere. Ze merkt het niet en babbelt op de autopilot verder. Ik loop naar buiten bijmezelf denkend aan de slogan: uw personeel is tenslotte uw eerste visitekaartje…
Geef een reactie